Geschiedenis van kernenergie

Voordat kernenergie echt was bedacht en klaar was voor gebruik, zijn er vele onderzoekers geweest die hun steentje hebben bijgedragen aan de ontdekking en ontwikkeling van kernenergie.

 

Nu zijn er speciale microscopen die atomen kunnen waarnemen, vroeger kon dat natuurlijk nog niet. Maar al rond het jaar 400 voor Christus was er een geleerde, genaamd Democritus, die had ontdekt dat stoffen uit atomen bestaan.

Vele jaren later (in 1803) is de Engelse scheikundige John Dalton met een atoomtheorie gekomen. Hierin beschreef hij op welke manier stoffen atomen bevatte.

Pas in 1895 ontdekte Wilhelm Röntgen het bestaan van straling. Hij deed elektrotechnische experimenten en maakte zijn skelet zichtbaar. Hij noemde de straling X-stralen. Een jaar later legde Henri Becquerel bij toeval straling op een gevoelige plaat vast. Hij had twee dingen samen in een donkere lade gelegd en zag een afdruk, dit bleek door straling te komen. Becquerel wordt nu gebruikt als eenheid waarmee je radioactiviteit kan uitdrukken. Dus Henri heeft een belangrijke ontdekking gedaan!

Ook Marie Curie heeft bijgedragen aan de ontdekking van kernenergie. Zij ontdekte dat er behalve uranium nog meer stoffen radioactief zijn en dus ook straling uitzenden. Bijvoorbeeld radium en polonium. Door haar ontdekking heeft ze als eerste vrouw de Nobelprijs gewonnen en kreeg ze deze zelfs nog een tweede keer.

De straling was ontdekt, maar het was nog lang geen kernenergie. Gelukkig kwam Ernest Rutherford met zijn ontdekking waarbij hij straling in alfa-, bèta- en gammastraling verdeelde en hij ontdekte het verband tussen de veranderingen in het atoom en het uiten van de straling. Uiteindelijk kwam hij in 1911 met het bewijs dat een atoom een positief geladen kern heeft waar elektronen omheen zweven.

Albert Einstein heeft toch wel het belangrijkste onderzoek gedaan voor de ontwikkeling van kernenergie. Hij is beroemd geworden door zijn formule E=MC2. Hierin ligt de basis voor kernenergie. Ook bewees Einstein dat energie een massa is, maar dan in een andere vorm. Andersom geldt deze bewering ook. Door zijn ontdekkingen en uitspraken weten we dat er een verband is tussen massa en energie.

Nu was het principe achter kernsplijting ontwikkeld, maar het duurde nog even voordat de theorie in de praktijk kon worden gebracht.

Ook de Duitse Otto Hahn heeft zijn steentje bijgedragen aan de ontwikkeling van kernenergie. Hij werd in 1879 geboren en studeerde scheikunde. Hij werkte een tijdje bij William Ramsey in Londen om onderzoek te doen aan radioactieve elementen. In 1906 heeft Hahn met Ernest Rutherford verder onderzoek gedaan naar radioactiviteit.

Doordat Ernest Rutherford de ontdekking van kernsplitsing had gedaan, kon Hahn de basis leggen voor de toepassing van kernenergie. Ook door het onderzoek van Henri Becquerel kon Hahn steeds verdere onderzoeken doen naar kernenergie. Zo ontdekte hij in 1905 het radioactieve element radio-actinium. Met de Oostenrijkse Lise Meitner ontdekte hij ook het bestaan van protactinium in 1917.

Samen met Friedrich Strassmann vond Otto Hahn een manier om een uraniumkern te beschieten met neutronen, waardoor de kern werd gesplitst. Door de splitsing ontstond het element barium. In Duitsland werd duidelijk dat de ontdekking van kernsplitsing ook voor militaire doeleinden gebruikt kon worden. In de Tweede Wereld Oorlog heeft Duitsland deze techniek gelukkig niet kunnen gebruiken.

Otto Hahn heeft in 1944 de Nobelprijs voor scheikunde gewonnen voor zijn ontdekking waarbij hij de kern van uranium kon splitsen. Deze heeft Hahn pas in 1946 ontvangen, want hij was in Engeland afgezonderd, net zoals andere wetenschappers, zodat hij in ieder geval veilig was voor degene die het niet eens waren met de afloop van de oorlog. Een aantal wetenschappers kon zeker voor een ander einde van de oorlog hebben gezorgd als  ze hun uitvindingen nog verder hadden ontwikkeld en deze voor militaire doeleinden hadden ingezet.

De Italiaanse Enrico Fermi produceerde in 1942 kernenergie en liet zien hoe deze goed gebruikt kon worden. Hij bouwde in Chicago de eerste kernreactor en ontwikkelde daar kernenergie.

De allereerste atoombom was een test en ontplofte op 16 juli 1945 in een testgebied in de Verenigde staten. Na deze test zijn er een aantal verschrikkelijke rampen gebeurd met door kernenergie. De allerbekendste zijn: Fukushima (11 maart 2011) en Tsjernobyl (26 april 1986).

Veel mensen wilden eerst niets weten van het gebruik van kernenergie, zij protesteerden hevig tegen de kerncentrales. Uiteindelijk is er ook in Nederland een kerncentrale gebouwd in 1969. 

Hieronder ziet u een filmpje over de geschiedenis van kerncentrales. Dit filmpje komt uit 2011. Doordat het tegenwoordig 2018 is, klopt niet alle informatie meer. Het filmpje behandelt de geschiedenis van kernenergie en ook de rampen die zich in het verleden hebben voorgedaan.